Popart in Rotterdam – van verleden tot heden

Pop art Rotterdam

 

In de tweede helft van de 20e eeuw verschoof de kunst in Rotterdam van een zuivere weergave van de werkelijkheid naar een meer symbolisch of ideologisch karakter. De verschillende stromingen die in deze periode in Rotterdam opbloeiden, hadden allemaal hun invloed op de kunstscene van de stad en haar kunstenaars. De meest prominente popbewegingen uit de tweede helft van de 20e eeuw zijn de Naoorlogse Abstractie en de Pop Art. Beide bewegingen ontstonden tegelijkertijd in New York, maar met verschillende doelstellingen. Pop Art was een uitbreiding van het Abstract Expressionisme en richtte zich vooral op het schilderen van objecten zonder een bepaalde artistieke stijl of techniek. De naoorlogse abstractie daarentegen was een poging om veel verschillende vormen van kunst die zich sinds de Tweede Wereldoorlog hadden ontwikkeld, te verenigen in één beweging door abstracte vormen, kleuren en collages als bronmateriaal te gebruiken. Postoorlog Abstractie is echter meer verspreid in Europa dan in Noord-Amerika, vooral omdat veel Europese steden zwaar getroffen waren door de Tweede Wereldoorlog en nieuwe manieren nodig hadden om zich uit te drukken na zo'n traumatische periode. Daarom hebben veel steden in Europa hun eigen versie van Post-War Abstiction, Pop Art genaamd. Echter kunt u hier terecht voor pop art in Rotterdam, lees verder voor meer informatie.

Overzicht van popart in Rotterdam

Van de jaren 1950 tot 1970 vonden veel internationale kunstenaars een thuis in de gerenommeerde kunstscene van New York City. Pop art, een stijl die voor het eerst in New York te zien was, was sterk beïnvloed door het abstract expressionisme en was vooral populair in Groot-Brittannië en Nederland. Deze beweging ontstond aan het eind van de jaren dertig en in de jaren veertig, tijdens het hoogtepunt van de Tweede Wereldoorlog. Kunstenaars als Jackson Pollock en Willem de Kooning werden geïnspireerd door hun ervaringen als soldaten en zeelui tijdens de oorlog. Amerikaanse popartiesten als Andy Warhol en Robert Rauschenberg lieten zich inspireren door de grafische, figuratieve werken van kunstenaars als Pablo Picasso en James Joyce.

naoorlogse abstractie

De naoorlogse abstractie was een brede stroming in de beeldende kunst die eind jaren veertig begon en doorging tot midden jaren zestig. De pioniers van deze beweging, bekend als de abstracte expressionisten, waren beïnvloed door de opkomst van het fascisme en de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. De populariteit van de beweging nam af in de jaren 1960 en 1970. De naoorlogse abstractie, die in Rotterdam en andere Nederlandse steden nog sterk aanwezig is, wordt gekenmerkt als een terugkeer naar vorm en originaliteit na het abstract expressionisme van de jaren dertig en veertig.

Pop art

Pop art was een uitbreiding van het abstract expressionisme en richtte zich vooral op het schilderen van objecten zonder een bepaalde artistieke stijl of techniek. De beweging was erg populair in Londen en Nederland, waar pop art een stadsbrede beweging werd, met Rotterdam als gastheer voor een van de eerste pop art exposities. Popart was een artistieke beweging die in de jaren vijftig en zestig opkwam in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Pop art werd aanvankelijk geïnspireerd door de populariteit van het abstract expressionisme, maar de nadruk van de beweging verschoof van de afgebeelde objecten naar de afbeeldingen zelf. Pop art gebruikte felle, primaire kleuren, cartoonachtige onderwerpen en eenvoudige, kinderlijke illustraties om beelden te creëren die zowel serieus als leuk gevonden moesten worden.

Samenvatting

Van de jaren 1950 tot 1970 vonden veel internationale kunstenaars een thuis in de beroemde New York City kunstscène. Pop-art, een stijl die voor het eerst in New York te zien was, was sterk beïnvloed door het abstract expressionisme en was vooral populair in Groot-Brittannië en Nederland. De beweging ontstond aan het eind van de jaren dertig en in de jaren veertig, tijdens het hoogtepunt van de Tweede Wereldoorlog. Kunstenaars als Jackson Pollock en Willem de Kooning werden geïnspireerd door hun ervaringen als soldaten en zeelui tijdens de oorlog. Amerikaanse popartiesten als Andy Warhol en Robert Rauschenberg lieten zich inspireren door de grafische, figuratieve werken van kunstenaars als Pablo Picasso en James Joyce.